1. Voor relevante cijfers moet de analyse van migratie kijken naar immigratie èn emigratie, de categorieën indelen vanuit hun integratie-opgave, en een voldoende lange periode in acht nemen.
2. Het totale migratiesaldo is maar een kwart van de totale immigratie omdat veel immigranten na een aantal jaren weer vertrekken uit Nederland. Omdat het migratiesaldo bepalend is voor de migratie- en integratieproblematiek is het niet zinvol om alleen te kijken naar immigratiecijfers. 
3. Bij asielmigratie betekent de beperkte mate van vertrek dat deze relatief veel bijdraagt aan groei van de bevolking en het structurele beslag op woningen en voorzieningen.
4. Het jaarlijks aantal vervolg-asielmigranten vanuit EU-landen stijgt hard in recente jaren richting het niveau van directe asielmigratie.
5. Koppeling van gezinsmigratie aan een bijbehorend motief (arbeid, studie of asiel) leidt tot een beter inzicht in het beslag op voorzieningen en de integratie-opgave. Door koppeling van gezins-immigratie aan een bijbehorend motief is “gezin” niet meer de grootste fractie en vallen de aandelen voor asiel- en arbeid/studie hoger uit.
6. Het verschil in mate van vertrek verklaart waarom het aandeel asielmigranten slechts 12% is bij immigratie, maar ongeveer 40% bij hantering van het migratiesaldo.
7. In de periode vanaf 2000 is het aandeel van asiel in het migratiesaldo (ongeveer 52%) veel groter dan dat van categorieën met hoofdzakelijk arbeid als motief (34%).
8. Zonder het vertrekoverschot van Nederlanders zou het totale migratiesaldo 2,6 mln zijn geweest i.p.v. de gerapporteerde 1,9 mln.
9. De trend voor het migratiesaldo van buitenlandse migranten toont een continue groei over ruim 70 jaar, met een versnelling in recente jaren.
10. Het migratiesaldo van de categorieën met overwegend arbeidsmigratie is, uitgezonderd Oost-Europa, veel minder hard gegroeid dan asielmigratie.
11. Hoofdzakelijk door geboorten was in 2022 de populatie met een migratie-achtergrond (4,4 mln) zo`n 72% hoger dan het cumulatieve migratiesaldo voor alle buitenlandse migranten (2,6 mln).
12. Bij personen met een Turkse of Marokkaanse achtergrond heeft gezinsvorming en gezinsuitbreiding uiteindelijk geleid tot een 10-voudige toename (van 85.000 naar 850.000).
13. De populatie met een integratie-opgave is ruim twee keer zo groot als die van asielmigranten. Van alle personen met een migratie-achtergrond is het deel met een integratie-opgave veel harder toegenomen dan het totale aantal.
14. Laagwaardige arbeidsmigratie met vaak integratieproblemen is met rond 30% van het migratiesaldo voor buitenlanders even groot als dat van asielmigratie.
15. Het beslag van toegelaten asielmigranten op sociale huurwoningen is een kwart van die voor starters op deze markt, dus veel hoger dan de 6% genoemd in de media.