Verklaring van het verschil in asielaandeel uit deze analyse en die genoemd in media

Het verschil kan verklaard worden in drie stappen:
- Het verschil bij de immigratiecijfers
- Het effect van gebruik van cijfers voor het migratiesaldo i.p.v. immigratie, conform CBS (*)
- De verschillen tussen CBS en deze analyse t.a.v. cijfers voor het migratiesaldo

Immigratiecijfers
Verschil: Media > 11%, Analyse > 16%
Verklaring
Periode: Media > gemiddelde over 2013-2022, Analyse > gemiddelde over 2000-2022
Definitie: Media > alleen asielzoekers, Analyse > statushouders incl. gezinsleden

Van immigratie naar migratiesaldo (conform CBS [13])
Immigratie: 17% (13% asiel + 4% Oekraïne)
Migratiesaldo: 25% (20% asiel + 5% Oekraïne)
Verklaring
Van alle geregistreerde immigranten in de periode 1999-2023 blijkt in 2023 een deel niet meer aanwezig te zijn. Omdat bij asielmigranten een relatief groot deel dan nog aanwezig is valt hun aandeel hoger uit bij de “blijvers” die gezien kunnen worden als een soort migratiesaldo.

NB: Adviesraad Migratie [14] komt op vergelijkbare wijze op 12% resp. 19% voor asiel (1999-2020)

Migratiesaldo
Verschil: CBS 25% (1999-2023), Analyse 52% (2000-2022)
Verklaring

Bij CBS is het aandeel voor asiel (inclusief Oekraïne) in de immigratie 13%, dus ook iets hoger dan de 11% in de Staat van Migratie die is overgenomen in vele media. Het aandeel in het migratiesaldo komt met 25% een stuk hoger uit, maar is veel lager dan de in deze analyse gevonden 52% als relevant aandeel voor de periode 2000-2022.

Er zijn vier oorzaken voor het verschil tussen CBS en deze analyse:

a. bij asielmigratie omvat het vertrek van asielmigranten bij CBS ook aanvragers die na 6 maanden worden geregistreerd als immigrant en pas daarna worden afgewezen. In onderhavige analyse wordt alleen gekeken naar vervolg-emigratie van statushouders (die anders een structureel beroep hadden gedaan op woningen en voorzieningen). Daardoor valt in deze analyse de vervolg-emigratie lager uit dan bij CBS en daardoor valt het migratiesaldo bij asiel hoger uit, dus een hoger aandeel voor asiel dan bij CBS (zie ook hieronder).

b. indirecte immigratie van elders in de EU toegelaten asielmigranten ontbreekt in de CBS-aanpak. In deze analyse gebeurt dit wel, wat leidt tot extra asiel-immigratie en dus een hoger migratiesaldo. Dit resulteert weer in een hoger asiel-aandeel in het totale migratiesaldo dan bij CBS.
c. bij CBS is het aandeel voor asiel gerelateerd aan het totale saldo voor buitenlanders. Hier is het gerelateerd aan het totale migratiesaldo inclusief Nederlanders omdat dat relevant is voor het beslag op woningen en voorzieningen. Omdat dat laatste saldo kleiner is dan het saldo voor buitenlanders, leidt eenzelfde migratiesaldo voor asiel dus opnieuw tot een hoger asielaandeel dan bij CBS.

d. bij CBS is de periode iets langer (1999-2023) dan in de analyse (2000-2022). Als hiervoor gecorrigeerd wordt in de analyse wordt het aandeel 51% i.p.v. 52%, dus dit verschil is nauwelijks van belang bij de vergelijking.

 

Wat betreft de betrouwbaarheid van de analyse geldt het volgende:
- de CBS-cijfers voor totale immigratie en migratiesaldo komen, als gecorrigeerd wordt voor het verschil in periode, zeer goed overeen met die uit deze analyse
- als ook gecorrigeerd wordt voor verschillen a en b kloppen de cijfers voor asielmigratie redelijk met die van CBS

Zonder indirecte asielimmigratie ligt het aandeel voor asiel boven de 40%, dus nog steeds ruim boven de 25% van CBS.

Wat betreft verschil c moet opgemerkt worden dat deze alleen relevant is vanuit de migratieproblematiek (beslag op woningen en voorzieningen).

Vanuit de integratieproblematiek moet asielmigratie gerelateerd wordt aan totale buitenlandse migratie omdat dit bij migratie van Nederlanders niet speelt. In dat geval geeft de analyse een aandeel voor asiel van 37%, dus nog ruim boven de 25% uit de CBS-post. Echter, de integratieproblematiek speelt al vanaf de jaren `70, dus dit cijfer voor de periode 2000-2022 is eigenlijk niet zo bruikbaar.


(*) Post op LinkedIn door CBS-medewerker R. van Gaalen en Bijzonder hoogleraar Life course dynamics aan de UvA.

     

    Relevante asiel-vertrekcijfers zonder afgewezen asielaanvragers

    Bij CBS-statistieken over asielmigratie wordt onderscheid gemaakt naar jaarlijkse asielaanvragen en jaarlijks toegelaten asielmigranten (statushouders met verblijfsvergunning).

    De aanvragers worden, als ze nog niet definitief afgewezen zijn, na 6 maanden opgenomen in de Bevolkingsregistratie (BPR) en daarmee statistisch als immigrant geregistreerd. Als de aanvraag alsnog wordt afgewezen moeten ze het land verlaten. Met de verwijdering uit het BPR staan ze statistisch gezien als emigrant geregistreerd.

    Bij analyses van vervolg-emigratie worden de jaarlijkse aantallen afgeleid uit de uitschrijvingen uit het BPR. Per jaargang van BPR-ingeschrevenen is te zien hoeveel daarvan weer vertrokken zijn. De daaruit resulterende vertrekcurve in de tijd wordt in veel publicaties over asielmigratie gebruikt. Maar deze omvat ook na 6 maanden afgewezen asielaanvragen en start daarom al in het eerste jaar van aankomst al met een vertrekpercentage van b.v. 10%.

    Verder geldt de vertrek curve alleen voor asiel-immigranten vanaf een gekozen jaar, dus zonder nog steeds plaatsvindende terugkeer van eerdere jaargangen asielmigranten.

    Echter, afgewezen asielaanvragers leggen geen structureel beslag op woningen en voorzieningen en hoeven ook niet te integreren in de Nederlandse maatschappij. Daarom wordt in deze analyse bij immigratie alleen gekeken naar de aantallen jaarlijks toegelaten asielmigranten ofwel statushouders. 

    Voor het bepalen van vervolg-emigratie is gewerkt met een vertrekcurve uit een WODC-publicatie zonder afgewezen asielaanvragers. Bovendien wordt deze vertrekcurve toegepast op alle jaargangen asielmigranten vanaf 1980. Dus de gemiddelde vertrekfractie vanaf 2000 omvat ook nog terugkeer van jaargangen van voor die datum.

     

    Overige kanttekeningen bij asielmigratie

    In de analyse worden een aantal landen als aparte categorie meegenomen: Indonesie, NL-emigratielanden, Turkije, Marokko, Suriname en de Antillen. De cijfers betreffen alle migratie per land, inclusief eventuele asielmigratie die ook is opgenomen in de categorie asielmigratie. In de praktijk betreft deze overlap alleen Turkije in enkele recente jaren. Voor alle landen waaruit asielmigranten komen zit andersoortige migratie in het cijfer voor de categorie Rest buiten Europa.

     

     

    Literatuur

    Naast alle relevante CBS-statistieken zijn de volgende referenties gebruikt:

    1. Nederland van immigratie- naar emigratieland?, CBS, 2006
    2. De Nederlandse migratiekaart, WODC Onderzoek en beleid 299, 2011
    3. Blijven vergunninghouders in Nederland? WODC-cahier 13, 2017
    4. Migratie na vergunningverlening: wie blijft en wie vertrekt?, WODC Magazine Vertrek, 2019
    5. Samenleven in verscheidenheid - Beleid voor de migratiesamenleving, WRR, 2020
    6. Integratie en samenleven, CBS, 2022
    7. Cohortonderzoek asielzoekers en statushouders, CBS, 2023
    8. Integratie en samenleven, CBS, 2023
    9. Uitgelicht: Andere doelen, ander gebruik van cijfers, Adviesraad Migratie, Weblog mei 2023
    10. Economische dynamiek en migratie, CPB, April 2024
    11. Staat van Migratie 2024, Ministerie van Justitie en Veiligheid, mei 2024
    12. Minder immigranten in 2023, CBS artikel, juli 2024
    13. LinkedIn post R. van Gaalen (CBS): Immigratie en blijvers per categorie 1999-2023
    14. Blog L. Obermann (Adviesraad Migratie): Andere doelen, ander gebruik van cijfers, 2023 

     

    Rekensysteem

    Het rekensysteem bestaat uit Excel-sheets met (bewerkte) cijferreeksen voor 1950-2023 en een aantal daaraan gekoppelde sheets met CBS-data.

    In het hoofdsheet vinden de volgende bewerkingen plaats:

    • Analyse voor Immigratie (hfdst.2)
    • Analyse voor Emigratie (hfdst.3)
    • Analyse voor Migratiesaldo (hfdst.4)
    • Groepering/sommatie in overzichtstabellen (hfdst.5)
    • Fitten van analyseresultaten op statistische totalen (hfdst.6)
    • Resultaten voor 2000-2022 en voor migratie buitenlanders (hfdst.7)
    • Migratiereeksen conform statistiek voor specifieke categorieën (hfdst.8)
    • Populaties met een migratie-achtergrond per categorie (hfdst.9).

    De hoofdstukken verwijzen naar de beschrijving.

     

    Beschrijving rekensysteem

    De beschrijving omvat  o.a.:

    - de definitie van de gekozen migratiecategorieën,

    - de gebruikte CBS-reeksen en hoe deze leiden tot de gepresenteerde cijfers

    - eventuele bijschattingen bij onvolledige CBS-reeksen, op basis van andere bronnen

    - bepaling vervolg-emigratie asielmigranten uit jaarlijkse migratiesaldi en fractie vertrek na zoveel jaar 

    - verwerking van de administratieve correcties van CBS bij emigratiecijfers

    - koppeling van cijfers over het migratiesaldo aan die van populaties met een migratie-achtergrond

     

    Rekensysteem en gedetailleerde beschrijving zijn op aanvraag beschikbaar (zie CONTACT) 

    Maak jouw eigen website met JouwWeb