Vergelijking met asielmigratiecijfers van CBS
Vanuit CBS is een post (*) geplaatst over de totale immigratie en het migratiesaldo, met het aandeel van asiel daarin, voor de periode 1999-2022/23.
Het aandeel van asiel (inclusief Oekraine) in de immigratie is 13%, dus iets hoger dan de 11% in de Staat van Migratie die is overgenomen in vele media. Het aandeel in het migratiesaldo komt met 25% een stuk hoger uit, maar is veel lager dan de in deze analyse gevonden 52% als relevant aandeel voor de periode 2000-2022.
Er zijn vier oorzaken voor het verschil in asiel-aandeel tussen CBS en deze analyse:
a. bij asielmigratie omvat het vertrek van asielmigranten bij CBS ook aanvragers die na 6 maanden worden geregistreerd als immigrant en pas daarna worden afgewezen. In onderhavige analyse wordt alleen gekeken naar vervolg-emigratie van statushouders (die anders een structureel beroep hadden gedaan op woningen en voorzieningen). Daardoor valt in deze analyse de vervolg-emigratie lager uit dan bij CBS en daardoor het migratiesaldo bij asiel hoger, dus ook een hoger aandeel voor asiel dan bij CBS (zie ook hieronder).
b. indirecte immigratie van elders in de EU toegelaten asielmigranten ontbreekt in de CBS-aanpak, waardoor immigratie èn migratiesaldo voor asiel lager uitvallen. In deze analyse gebeurt dit wel en resulteert weer een hoger asiel-aandeel in het totale migratiesaldo dan bij CBS.
c. bij CBS is het aandeel voor asiel gerelateerd aan het totale saldo voor buitenlanders i.p.v. hier aan het totale migratiesaldo (dat relevant is voor het beslag op woningen en voorzieningen). Omdat die laatste kleiner is, leidt eenzelfde migratiesaldo voor asiel tot een hoger aandeel, dus opnieuw een hoger asielaandeel dan bij CBS.
d. bij CBS is de periode iets langer (1999-2023) dan in de analyse (2000-2022). Als hiervoor gecorrigeerd wordt in de analyse wordt het aandeel 51% i.p.v. 52%, dus dit verschil is nauwelijks van belang bij de vergelijking.
Wat betreft de betrouwbaarheid van de analyse geldt het volgende:
- als gecorrigeerd wordt voor het verschil in periode komen de CBS- de cijfers voor totale immigratie en migratiesaldo zeer goed overeen met die uit deze analyse
- als ook gecorrigeerd wordt voor het eerste en tweede verschil bij asielmigratie kloppen de cijfers voor asielmigratie redelijk met die van CBS.
Wat betreft het derde verschil moet opgemerkt worden dat deze alleen relevant is vanuit de migratieproblematiek. Vanuit de integratieproblematiek moet asielmigratie gerelateerd wordt aan totale buitenlandse migratie. Daarvoor geeft de analyse een aandeel voor asiel van 38%, dus nog ruim boven de 25% uit de CBS-post.
Tenslotte geldt dat zonder indirecte asielimmigratie het aandeel voor asiel boven de 40% ligt, dus nog steeds ruim boven de 25% van CBS.
(*) op LinkedIn door CBS-medewerker Ruben van Gaalen en Bijzonder hoogleraar Life course dynamics aan de UvA.
Relevante asiel-vertrekcijfers zonder afgewezen asielaanvragers
Bij CBS-statistieken over asielmigratie wordt onderscheid gemaakt naar jaarlijkse asielaanvragen en jaarlijks toegelaten asielmigranten (statushouders met verblijfsvergunning).
De aanvragers worden, als ze nog niet definitief afgewezen zijn, na 6 maanden opgenomen in de Bevolkingsregistratie (BPR) en daarmee statistisch als immigrant geregistreerd. Als de aanvraag alsnog wordt afgewezen moeten ze het land verlaten. Met de verwijdering uit het BPR staan ze statistisch gezien als emigrant geregistreerd.
Bij analyses van vervolg-emigratie worden de jaarlijkse aantallen afgeleid uit de uitschrijvingen uit het BPR. Per jaargang van BPR-ingeschrevenen is te zien hoeveel daarvan weer vertrokken zijn. De daaruit resulterende vertrekcurve in de tijd wordt in veel publicaties over asielmigratie gebruikt. Maar deze omvat ook na 6 maanden afgewezen asielaanvragen en start daarom al in het eerste jaar van aankomst al met een vertrekpercentage van b.v. 10%.
Verder geldt de vertrek curve alleen voor asiel-immigranten vanaf een gekozen jaar, dus zonder nog steeds plaatsvindende terugkeer van eerdere jaargangen asielmigranten.
Echter, afgewezen asielaanvragers leggen geen structureel beslag op woningen en voorzieningen en hoeven ook niet te integreren in de Nederlandse maatschappij. Daarom wordt in deze analyse bij immigratie alleen gekeken naar de aantallen jaarlijks toegelaten asielmigranten ofwel statushouders.
Voor het bepalen van vervolg-emigratie is gewerkt met een vertrekcurve uit een WODC-publicatie zonder afgewezen asielaanvragers. Bovendien wordt deze vertrekcurve toegepast op alle jaargangen asielmigranten vanaf 1980. Dus de gemiddelde vertrekfractie vanaf 2000 omvat ook nog terugkeer van jaargangen van voor die datum.
Overige kanttekeningen bij asielmigratie
In de analyse worden een aantal landen als aparte categorie meegenomen: Indonesie, NL-emigratielanden, Turkije, Marokko, Suriname en de Antillen. De cijfers betreffen alle migratie per land, inclusief eventuele asielmigratie die ook is opgenomen in de categorie asielmigratie. In de praktijk betreft deze overlap alleen Turkije in enkele recente jaren. Voor alle landen waaruit asielmigranten komen zit andersoortige migratie in het cijfer de categorie Rest buiten Europa.
Literatuur
Naast alle relevante CBS-statistieken zijn de volgende referenties gebruikt:
- Nederland van immigratie- naar emigratieland?, CBS, 2006
- De Nederlandse migratiekaart, WODC Onderzoek en beleid 299, 2011
- Blijven vergunninghouders in Nederland? WODC-cahier 13, 2017
- Migratie na vergunningverlening: wie blijft en wie vertrekt?, WODC Magazine Vertrek, 2019
- Samenleven in verscheidenheid - Beleid voor de migratiesamenleving, WRR, 2020
- Integratie en samenleven, CBS, 2022
- Cohortonderzoek asielzoekers en statushouders, CBS, 2023
- Integratie en samenleven, CBS, 2023
- Uitgelicht: Andere doelen, ander gebruik van cijfers, Adviesraad Migratie, Weblog mei 2023
- Economische dynamiek en migratie, CPB, April 2024
- Staat van Migratie 2024, Ministerie van Justitie en Veiligheid, mei 2024
- Minder immigranten in 2023, CBS artikel, juli 2024
Rekensysteem
Het rekensysteem bestaat uit Excel-sheets met (bewerkte) cijferreeksen voor 1950-2023 en een aantal daaraan gekoppelde sheets met CBS-data.
In het hoofdsheet vinden de volgende bewerkingen plaats:
- Analyse voor Immigratie (hfdst.2)
- Analyse voor Emigratie (hfdst.3)
- Analyse voor Migratiesaldo (hfdst.4)
- Groepering/sommatie in overzichtstabellen (hfdst.5)
- Fitten van analyseresultaten op statistische totalen (hfdst.6)
- Resultaten voor 2000-2022 en voor migratie buitenlanders (hfdst.7)
- Migratiereeksen conform statistiek voor specifieke categorieën (hfdst.8)
- Populaties met een migratie-achtergrond per categorie (hfdst.9).
De hoofdstukken verwijzen naar de beschrijving.
Beschrijving rekensysteem
De beschrijving omvat o.a.:
- de definitie van de gekozen migratiecategorieën,
- de gebruikte CBS-reeksen en hoe deze leiden tot de gepresenteerde cijfers
- eventuele bijschattingen bij onvolledige CBS-reeksen, op basis van andere bronnen
- bepaling vervolg-emigratie asielmigranten uit jaarlijkse migratiesaldi en fractie vertrek na zoveel jaar
- verwerking van de administratieve correcties van CBS bij emigratiecijfers
- koppeling van cijfers over het migratiesaldo aan die van populaties met een migratie-achtergrond
Rekensysteem en gedetailleerde beschrijving zijn op aanvraag beschikbaar (zie CONTACT)
Maak jouw eigen website met JouwWeb