5. Gezinsmigratie toedelen aan arbeids- en asielmigratie

 

Omgaan met gezinsmigratie

In een CBS-publicatie van juli 2024 wordt de totale immigratie opgedeeld naar migratiemotief of –doel: Arbeid, Studie, Asiel, Gezin en Overig (plus terugkeer van Nederlanders). Op basis van die cijfers is in de media vaak gemeld dat “Gezin” de grootste fractie vormt, groter dan die voor asielmigratie.

In deze analyse wordt gezinsmigratie zoveel mogelijk gekoppeld aan andere motieven, zoals asiel, arbeid of studie. Een reden om te koppelen is dat gezinsleden gewoonlijk tegelijk met de arbeids-, studie- of asielmigrant vertrekken en dus geen beroep meer doen op voorzieningen. Ook verschillen gezinsleden van asielmigranten qua integratieproblematiek sterk van die van studenten of kenniswerkers.

Koppeling van gezinsmigratie aan een bijbehorend motief (arbeid, studie of asiel) leidt tot een beter inzicht in het beslag op voorzieningen en de integratie-opgave.

 

Effect op de aandelen voor asiel- en arbeidsmigratie

Ongeveer de helft van gezins-immigratie blijkt volgens CBS-cijfers gekoppeld te zijn aan de motieven Arbeid, Studie of Asiel. De rest betreft bijvoorbeeld huwelijken van Nederlanders met buitenlanders of gezinsvorming bij Overige motieven. 

Door koppeling van gezins-immigratie aan een bijbehorend motief is “gezin” niet meer de grootste fractie en vallen de aandelen voor asiel- en arbeid/studie hoger uit.

Daarom valt in deze analyse het aandeel van asielmigratie in de totale immigratie (inclusief een stukje gezinsmigratie) wat hoger uit dan in de CBS-aanpak (zie ook volgende sectie).