Onderwerp van analyse

De migratieproblematiek van een structureel beslag op woningen en voorzieningen wordt niet bepaald door de jaarlijkse immigratie maar door het migratiesaldo (immigratie minus emigratie) over langere tijd. Daarom richt de analyse zich op zowel immigratie als emigratie en het daaruit volgende migratiesaldo, en op de periode vanaf 1950 of vanaf 2000.

De cijfers moeten relevant zijn voor de discussie over migratie en die over integratie. Daarom wordt niet alleen gekeken naar asiel- en arbeidsmigratie maar alle soorten (eerdere) migratie die daarvoor nog relevant kunnen zijn.

Waar nodig wordt ook de definitie van asielmigratie iets ander ingevuld en wordt de relatie tussen migratie en de populaties met een migratie-achtergrond gelegd.

Soorten migratie

De volgende migratiecategorieën worden onderscheiden:

(wereld excl. Europa)

• Indonesië (uittocht bij onafhankelijkheid rond 1950 en in 1962)
• NL-emigratie naar Australië, Nieuw Zeeland, Canada, USA en Z-Afrika (jaren `50)
• Turkije (gastarbeiders vanaf 1964)
• Marokko (gastarbeiders vanaf 1965)
• Suriname (uittocht bij onafhankelijkheid vanaf 1975)
• Antillen (vertrek naar moederland vanaf jaren `70)
• Asielmigratie (substantieel vanaf 1980)
• Rest buiten Europa (internationale kenniswerkers/studenten, vooral vanaf 2000)

(Europa)

• Oost-Europa (arbeiders uit Polen, Roemenië en Bulgarije vanaf 1995)
• Rest Europa (vooral arbeidsmigratie vanaf 1992)

Het onderscheid is gemaakt op basis van herkomstland(en), behalve voor asielmigratie, waar het motief voor migratie telt. Oost_Europa is vanwege de laagwaardige arbeidsmigratie afgesplitst van de rest van Europa.

Verder is vanuit de integratieproblematiek een z.g. “integratiegroep” gedefinieerd. Deze bestaat uit categorieën buitenlandse migranten die regelmatig ter discussie staan. Naast asielmigranten (inclusief Oekraïne) zijn dit ook de gastarbeiders plus families uit Turkije en Marokko en arbeiders uit Oost-Europa. Bij de eerstgenoemde speelt de problematiek vanaf de jaren `60, bij de tweede vanaf de jaren `90.

Tijdshorizon

De analyse richt zich op de periode 1950-2022 waarvoor migratiedata beschikbaar zijn. Zodoende kan ook eerdere migratie meegenomen worden en rekening worden gehouden met immigranten die op langere termijn weer uit Nederland vertrekken. 

Migratiedata van CBS

De gepresenteerde cijfers zijn bijna geheel gebaseerd op CBS-data, met aanvullingen uit andere bronnen. Een gedetailleerd beschrijving van het analysesysteem is beschikbaar. 

Voor relevante cijfers moet de analyse van migratie kijken naar immigratie èn emigratie, categorieën indelen vanuit hun integratie-opgave en een voldoende lange periode in acht nemen.